“De wereldwijde pandemie had een enorme impact op de toeristische sector in Suriname”, stelt Rabin Boeddha vanachter zijn bureau bij het Ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT). Hij is directeur toerisme en aanspreekpunt voor internationale organisaties.
Covid trof verschillende sectoren en bedrijven die te maken hebben met toerisme, zoals de horeca, de entertainmentindustrie en het openbaar vervoer. Het luchtruim was meer dan een jaar gesloten, waardoor veel kleine bedrijven hun bedrijf moesten sluiten. Ook grotere bedrijven moesten personeel ontslaan om rond te komen. De impact golfde door de hele toeristische sector, van de internationale vliegtuigen tot bootslieden in het diepe binnenland van Suriname.
Internationaal waren de gevolgen van de pandemie ongekend. Vóór de pandemie voorspelde de UNWTO (World Tourism Organization) dat er in 2030 ongeveer 1,8 miljard internationale reizigers zouden zijn. Maar nu zitten we natuurlijk in een andere situatie. Het zal naar verwachting nog 2 tot 4 jaar duren voordat we weer de niveaus van voor 2019 bereiken.
Suriname NV Airport Management had eerder een jaarlijks doel gesteld van 1 miljoen aankomsten in 2030. Vóór de pandemie zaten we al op gemiddeld 600.000 aankomsten per jaar. Met een bevolking van ongeveer 600.000 mensen had deze toestroom al een enorme positieve impact op de lokale economie. Het luchtruim van Suriname stond tot voor kort alleen open voor terugkeerders en spoedeisende gevallen. We weten niet hoe snel we ons zullen kunnen herstellen, mede door de gevolgen van de pandemie voor de financieel-economische situatie in ons land.
De overheid ondersteunt door Covid getroffen bedrijven en werknemers zoveel mogelijk. Niet alle aanvragende bedrijven en particulieren kwamen echter in aanmerking voor dergelijke steun omdat er bepaalde drempels zijn waaraan moet worden voldaan. Het zijn vaak de kleinere ondernemers die de boot missen, aangezien velen niet zijn ingeschreven bij de plaatselijke Kamer van Koophandel en Fabrieken.
Toerisme post Covid
Vanuit het ministerie proberen we middelen aan te boren van internationale donororganisaties. Dit proces is echter net begonnen. Wat we nu hebben kunnen organiseren is een project van COMCEC (Permanent Comité voor Economische en Commerciële Samenwerking). Een Train de Trainers programma op 7, 8 en 9 juli waarin toerisme, veiligheid en hygiëne aan bod komen. Trainers uit Suriname en Guyana worden opgeleid om de bedrijven in het toerisme voor te bereiden op de post Covid periode. De hele bedrijfsvoering van toeristische bedrijven moet worden aangepast, van de faciliteiten tot het personeel. Daarnaast moet ook de marketingstrategie worden aangepast. We moeten nu slim gaan denken en ook slim gaan werken en dat wordt allemaal meegenomen in deze training.
De UNWTO heeft al enkele protocollen en handleidingen ontwikkeld voor het
post-Covid-tijdperk. De Caribbean Tourism Organization heeft een dergelijk train de trainer-programma al en met succes geïmplementeerd en wij in Suriname moeten nu bepalen wat we kunnen aanpassen aan de lokale omstandigheden. Lokale aspecten zijn belangrijk, aangezien de toeristische sector zich uitstrekt van de aangrenzende steden Albina in het oosten tot Nickerie in het westen en van het noorden van Paramaribo tot inheemse dorpen zoals Kwamalasamutu in het diepe zuiden. Er zijn richtlijnen nodig om kostenefficiënter en winstgevender te worden. Veel van de richtlijnen zijn elders in de wereld effectief toegepast en moeten ook in Suriname worden aangepast.
Toekomst van toerisme in Suriname
Op korte termijn gaat het ministerie het toeristisch potentieel per wijk inventariseren. Elke wijk moet zijn eigen kenmerken omzetten in verkoopbare toeristische producten, afgestemd op de verschillende toeristische doelgroepen.
In alle wijken worden plannen gemaakt. Na evaluatie zullen strategische wijkuitvoeringsplannen worden opgenomen in het wijkontwikkelingsplan. En dat allemaal in publiekprivate samenwerkingen. Het ministerie faciliteert dit proces en biedt hulp en technieken aan zodat de districten over de benodigde tools beschikken.
Ik wil zelf naar de wijken gaan om mensen op ideeën te brengen om hun wijk op de kaart te zetten. Vervolgens kunnen we trainingen geven en helpen bij het werven van fondsen.
De focus ligt daarbij niet alleen op het verbeteren van bestaande producten, maar ook op het ontwikkelen van nieuwe toeristische producten per wijk. Bijvoorbeeld producten op het gebied van agrotoerisme, gezondheid en welzijn en recreatie. Zo komen we tot een ander belangrijk aspect van onze wijkaanpak en dat is werkgelegenheid. Door lokale banen te creëren, verminderen we de verstedelijking omdat mensen werk vinden in hun eigen wijk. Dit komt ook de economische ontwikkeling van de wijken zelf ten goede. Tot nu toe worden de lokale toerismecijfers in Suriname nauwelijks bijgehouden. Dit terwijl lokaal toerisme een ruggengraat van de economie is. Lokaal toerisme is ongeveer 10 keer groter dan internationaal toerisme. Dus als de UNWTO 1,8 miljard internationale reizigers schat, kun je dat gemakkelijk vermenigvuldigen met 10 om te komen tot binnenlands toerisme wereldwijd. Dat is wetenschappelijk bewezen.
Als je cijfers hebt, kun je ook beter beleid ontwikkelen. We moeten onderzoeken wat de lokale behoeften zijn en wat Surinamers doen voor hun vrije tijd en ontspanning. Of dat nu bijv. vissen, vogels kijken of een ‘sula’ (rivierstroom) bezoeken in het binnenland of recreatieoord. Als je weet waar de lokale bevolking naar op zoek is, kun je beter beleid op maat maken. Er zijn exit-enquêtes van internationale bezoekers geweest, maar tot nu toe geen van de lokale bevolking. En dat is ook iets waar we nu mee bezig zijn om het lokale toerisme in kaart te brengen. Alleen met goede informatie kan men onderbouwd toekomstgericht beleid maken.
Al 25 jaar promoten we op het ministerie vier pijlers van toerisme, namelijk natuur, cultuur, erfgoed en evenementen. 93% van ons hele landoppervlak is nog steeds bedekt met ongerept Amazonewoud. Suriname is ook gezegend met een rijke culturele geschiedenis, erfgoed en diversiteit. Een adviseur zei ooit tegen mij: “Rabin, uw mensen zijn op zoek naar goud in het binnenland, maar uw kapitaal is de echte goudmijn”. Om meer mensen naar het centrum van Paramaribo te krijgen zullen we de infrastructuur moeten aanpassen zodat we meer stadsrondleidingen kunnen aanbieden.
Rabin Boeddha studeerde wiskunde, heeft een bachelor in toerisme en gastvrijheidsmanagement van de University of the West Indies en is een Certified Hospitality Educator (CHE) van de American Hotel and Lodging Association (AHLA). Hij begon zijn loopbaan als wiskundeleraar op verschillende scholen in de stad en districten maar stapte gaandeweg over naar Toerisme. Eerst als afdelingshoofd en waarnemend directeur van de Stichting Toerisme Suriname. Hij werkte aan verschillende projecten voor de EU, OAS, UNESCO en IICA als projectmanager, voorzitter stuurgroep en tevens als adviseur. Daarna was hij werkzaam als voorzitter en waarnemend directeur bij het Suriname Hospitality and Tourism Training Centre (SHTTC). Maar hij verloor zijn passie voor wiskunde nooit en is nog steeds parttime docent
Bij het Ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT) is Rabin Boeddha de directeur van Toerisme en aanspreekpunt voor internationale organisaties.